Ik zie voor me hoe ze hele dagen achter hun computer zitten te gamen.
Theo Triantafyllidis
Een moeder brengt een bezoek aan het LAM met haar twee zoons en hun vriend. De jongens zijn rond de twintig. Hun gezicht ziet bleek. Hun kleding is zwart. Eén van de jongens draagt een T-shirt met daarop de tekst: Schrödinger’s cat isn’t dead. Ik zie voor me hoe ze hele dagen achter hun computer zitten te gamen.
Boeiend
De jongens zwalken achter de enthousiaste moeder aan. Ze probeert hier en daar de jongens te betrekken bij wat ze ziet. Geen van de kunstwerken lijken ze interessant te vinden.
En dan zien ze Still Life with YumYums, een videowerk gemaakt door middel van een speciaal computerprogramma. Alle drie blijven ze bij het werk staan en kijken zwijgend naar de video. Ze staan daar zo’n vijf minuten en beginnen te discussiëren. De moeder heeft in mijn ogen ook een aardig staaltje kennis van waar de jongens het over hebben. Ik besluit er naartoe te gaan om te vragen waar ze het over hebben.
Dit is zó niet mijn materie
Eén van de jongens vertelt mij hoe deze video in elkaar zit. Ik hoor termen waarvan ik de betekenis niet weet. De ander ziet aan mij dat ik mijn brein aan het pijnigen ben op zoek naar een referentiekader zodat ik een heel klein beetje begrijp van wat er gezegd wordt. Hij probeert in begrijpelijke taal uit te leggen waar zijn broer het over heeft. Tevergeefs. Dit is zó niet mijn materie. Maar wel van de jongens. Ze zeggen het niet, maar aan alles merk ik dat ze hyperintelligent zijn.
Moeder
Ik zie dat de moeder blij is dat ze de jongens meegenomen heeft. Blij dat er iets in het museum is waar ze affiniteit mee hebben. Ik begrijp haar. Er is altijd iets in de wereld wat een moeder met haar kind verbindt. Gelukkig maar.
Geschreven door collega Marieke